Geen puntjes op de i maar op de wang!

De hardnekkige onkunde

Gij groote, wijze mannen,

Die, in uw schoone schriften,

De comma's en de punctum's,

De stippen en de streepen,

Zoo kunstig, weet te plaatsen;

o Groote, wijze mannen!

Al ben ik juist geen schrijver,

Toch weet ik, in een reden,

De comma's en de punctum's

De stippen en de streepen,

Zoo nu en dan, te plaatsen:

Wanneer ik, groote mannen,

In de armen van mijn meisje,

Op haren boezem, ruste,

Dan praat mijn lagchend meisje,

En zegt mij honderd dingen;

Mijn meisje kent geen comma's,

Geen punctum's, of geen stippen;

Maar ik zet, onder 't praaten,

De comma's en de stippen

Geduurig op heur wangen;

Dit doe ik met mijn lippen!

Maar, 't plaatsen van een punctum

Schijn ik niet wel te weten;

Want, dikwijls is mijn meisje,

In 't midden van een reden,

Dan druk ik reeds mijn lippen,

Op heur, nog sprekend, mondje –

En dit – dit is een punctum!

o Groote, wijze mannen!

Al is 't, dat ik de punctum's

Wat al te schielijk plaatse –

Maakt mij toch nimmer wijzer!

Jacobus Bellamy, Proeven voor het verstand, den smaak en het hart (Dordrecht, De Leeuw en Krap, 1790) p 91-92

 

Deel deze pagina

Kommapunt


De groote vraag is, hoe moet de interpunctie zijn? De voorstanders van de usucapio van het dominium revocabile zetten een kommapunt achter contra; die eene tegenovergestelde meening zijn toegedaan een komma. Reeds daarom komt ons een bewijs uit deze wet geput van weinig gewigt voor.

Adriaan Ploos van Amstel, Over de eigendomsverkrijging van vruchten (Amsterdam, 1857)


Alsnu brengt de Voorzitter aan de orde art. 15 van het gewijzigde ontwerp, en geeft kennis dat Gedeputeerde Staten dit artikel in dier voege nader hebben gewijzigd dat achter het woord “uitgebragt" eene commapunt geplaatst, en vervolgens zal gelezen worden: “ook mag aldaar niet worden gelost of geladen," enz. De beraadslaging over dit nader gewijzigde artikel geopend zijnde, en geen der leden het woord verlangende, wordt het, zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming , aangenomen en aldus vastgesteld.

Notulen van de Provinciale Staten van Zeeland, 1864


Het kommapunt geeft een groot gemak voor den lezer: want het biedt hem, bij lange volzinnen voornamelijk, eene soort van rust aan, welke hij zich bij de enkele komma niet mag veroorloven. In den klank van het woord, waarop de rust valt, moet eene schorsing plaats hebben, waarbij de stem zich eenigermate verheft, en deze verheffing moet sterker zijn dan bij de komma.

C.A.P. Weissman de Villez, Handleiding ter bevordering van het kunstmatig lezen (Amsterdam, 1838)


In plaats van het punt bezigt men achter enkelvoudige of samengestelde volzinnen ook wel een kommapunt, nam. Wanneer men de volgende gedachte met de in den vorigen zin uitgedrukte in een meer innig verband wil voorstellen, dan dit bij ’t plaatsen van een punt het geval zou zijn. Gemeenlijk hangt het gebruik van een punt of van een kommapunt alzoo slechts van de willekeur des schrijvers af.

Willem Lodewijk van Helten, Kleine Nederlandsche spraakkunst (Groningen, 1883)


De kommapunt is een even verwaarloosd als kostbaar leesteken. Het dient om de genuanceerde auteur te onderscheiden van al de pennevoerders die slechts komma's en punten kennen.

(De Woordenlijst schrijft kommapunt aan elkaar. Wij onderwerpen ons node, want dit is een nevenschikkende samenstelling: het leesteken bestaat uit een punt en een komma, niet in een kommavormige punt.)

Johan Daisne, Met een inktvlek geboren (Hasselt, Heideland, 1961)



Ideën van Multatuli (1862)

De dubbele punt


De dubbele punt is een punt en een punt

En die punten staan boven elkaar

De ene punt lijkt op de andere punt

Dat is ontegenzeggelijk waar

En denk nu maar niet dat u alles al weet

Want ik ben nog niet helemaal klaar

Integendeel, ik heb nog veel informatie

En die maak ik nu openbaar

 

De dubbele punt is een punt en een punt

In totaal zijn er dat dan dus twee

We zouden het ook een tweevoudige punt kunnen noemen

Daar zit ik niet mee

We zouden wel tijd kunnen winnen

En afkorten tot de twee letters D.P.

Maar overal zeggen ze dubbele punt

Dus dat zeg ik dus ook maar gedwee

 

De dubbele punt is een punt en een punt

En wat u dient te weten is dit:

Dit leesteken is voor de hotemetoot

Evenzeer als de hittepetit

Het moet altijd tussen twee zinsdelen staan

Waarvan 't eerste het tweede bezit

Dit onderwerp heeft mij geheel in haar ban

En ik raak al een beetje verhit

 

De dubbele punt is een punt en een punt

En dan ben ik nog niet uitgepraat

Dit teken leidt in wat gezegd of gedacht

Of geschreven wordt, dus een citaat

Let wel: na 'let wel' of 'aldus' of iets dergelijks

Is 't eveneens adequaat

Men kan het ook interpreteren alsof er

"Te weten" of "namelijk" staat

 

De dubbele punt is een punt en een punt

En dan zeg ik beslist niet te veel

De ene beneden, de andere boven

Ze vormen een smaakvol geheel

Ze laten zich lezen in Buckingham Palace

Zowel als een rustig prieel

Bij 't heldere licht van een rijwiellantaarn

Maar ook in Tietjerksteradeel

 

Of u nu verkiest Dostoyevski te lezen

Of Emma en Lodewijk Brunt

Obscene gedichten of wiskundeboeken

Geen mens hier die u dat misgunt

U haalt ze misschien uit de bibliotheek

Of betaalt ze met klinkende munt

Maar wat u ook doet, u begrijpt dan tenminste

Na heden de dubbele punt

 

Oorspronkelijk gemaakt voor het NOS programma ‘Wat een taal’ en op grammofoonplaat opgenomen in 1987 (‘Hoep hoep hiezee voor Drs. P’; Philips).

Zie ook Drs. P en de punt! (Vlaardings TaalGenotschap/Stichting Kunstketen, 2021).

PS dit is geen ‘puntdicht

Rijmende leestekens


In een absurdistisch gedicht maakte Ivo de Wijs van de leestekens rijmwoorden; je moet dus de leestekens uitspreken om het gedicht te laten rijmen.

 

De kinderen zijn naar hun bomma

Mijn vrouw ging gistermorgen scheep

Ik wijd mij aan de arbeid, [komma]

Light verse vandaag – [gedachtestreep]

Te zelden wordt mij rust gegund

Dit is één van de mooie weken

Ik roep bezield: [dubbele punt]

’t Is Herfstvakantie ! [uitroepteken]

 

Gerben H. Zalms, ‘Absurde poëtische inspiratie uit het Tilburgse kraanwater’ in Tilburg vol van boeken (Stichting Cools, 2023) p 53-54.