Democritus minor
Galante dichtluimen verscheen anoniem in 1780. De bundel erotische versjes werd ooit aan Willem Bilderdijk toegeschreven maar is van Hendrik Riemsnijder (1743-1825). Om sommige gedichten te snappen heb je twee dingen nodig: enige mannelijke fantasie en de neiging uitspraken letterlijk te nemen. Ik heb er hier enkele in een moderner jasje gestoken.
Aan een dame die in een gezelschap
een versje voor de vuist verlangde.
Is ’t mogelijk! Gebiedt een schone mij te dichten?
En zou ik een bevel, zo strelend, niet verrichten?
En wel terstond? – O ja, ik zal:
Mijn dichtlust staat voor schonen altijd pal;
Maar ik beken, om ’t snedig wit te raken,
Zou ‘k liefst apart een Puntdicht maken.
Aan Jan de Wijs
Jan de Wijs ziet een vrouw als een fraai schilderij
Maar Jan is zeker niet goed wijs, geloof me vrij.
Zijn gevoel mist een veerkrachtig vermogen:
Het enige dat hij kan verheffen zijn de ogen.
Bocaal schrift
Liefste, was jij het glas en ik de wijn,
Dan zou jij rond mij en ik in jou zijn.
De vrouw in barensnood
Jan zag zijn vrouw in zware barensnood,
En riep, met tranen in zijn ogen:
Door mijn schuld is uw lijden groot!
Maar zij, door zijn verdriet bewogen,
Zei: Wees niet zo met mijn pijn begaan,
Want ik weet, gij hebt geen schuld hieraan!
Een snedig antwoord.
Een knaap zag een boerinnetje op haar blote benen lopen
En riep: Meid, ik zal u een paar andere kousen kopen!
Is dat echt waar, mijn beste maatje,
Zei ze, dan dient nu verder geen tijd verspild,
Ga direct naar de markt want als je ’t weten wilt:
Van boven hebben ze al een gaatje!