Grappige hapjes uit de Snapper

Het tijdschrift The Spectator, geredigeerd door Richard Steele en Joseph Addison, verscheen slechts van 1711 tot 1714 maar had een grote invloed en kende heel wat navolging. Het blad wilde enerzijds het leespubliek vermaken, vaak met roddels uit koffiehuizen, maar stelde zich ook moraliserend op rond maatschappelijke thema’s. Een selectie hieruit werd in het Nederlands vertaald als De Spectator, of Verrezene Socrates (1720-1727) en Justus van Effen liet zich erdoor inspireren om een eigen tijdschrift uit te geven, de Hollandsche Spectator (1731-1735). Voorafgaand aan The Spectator verscheen The Tatler (1709-1711), in feite het eerste spectatoriale tijdschrift dat pas later door Pieter le Clercq vertaald werd als De Snapper, of de Britsche Tuchtmeester (1733-1752). Hier mijn selectie van grappige stukken (alle delen te vinden in Google books):

 

Eerste deel (Amsterdam, Hendrik Vieroot, 1733)

  • ‘Gemaakte flauwtens van eene vrouw beschreeven en geneezen’ p 140-143
  • ‘Inventaris van Toneel-cieraaden’ p 311-313

            <zie ‘Curieuze antikiteiten’  

  • ‘Dichtkunst geneest de miltzucht’ p 341-342
  • ‘Zifters van woorden beschimpt’ p 452-455

 

Tweede deel (Amsterdam, Hendrik Vieroot, 1733)

  • ‘Dansmeester in zyne studie, koddig beschreeven’ p 77-79
  • ‘Uitverkoping van den winkel van eenen poëet’ p 206-209

             <zie ‘Rijmverkopers’ 

  • ‘Baleine rokken, regtdag over dezelve gehouden’ p 263-272
  • ‘Collegie des schryvers beschreeven’ p 394-400
  • Muziekinstrumenten als ‘zinnebeeldt van karakter’ p 499-507

 

Derde deel (Amsterdam, Hendrik Vieroot, 1734)

  • ‘De uiterste wil van een’ liefhebber van rariteiten’ p 250-253

          <zie ‘Curieuze antikiteiten

  • ‘Poëzy en artzeny zyn gezellinnen’ p 353-355
  • ‘Quakzalvers streeken om het volk te misleiden’ p 355-360
  • ‘Monopolium van neuzen’ p 441-450

 

Vierde deel (Amsterdam, Isaak Tirion, 1752)

  • ‘Recept om zich maager te maaken’ p 122-124
  • ‘Loges in den schouwburg’ p 295-298
  • Op het einde  van het vierde deel volgt de beroemde satire van Jonathan Swift op de astroloog John Partridge, de 'Bickerstaff Papers', hier vertaald als de 'Prognosticatie voor den jaare 1708 van Isaak Bickerstaff'; dit stuk was reeds als zelfstandige uitgave verschenen: 'Wonderlyke prognosticatie ofte voorsegginge, wat in dit jaar 1708 zal voorvallen' (Den Haag, Gillis van Limburg, 1708).

                <zie ‘Oprechte voorspeller’