Democritus minor
Dit soort vragen heeft ons aangezet tot deze studie. We hopen dat u minstens een beetje nieuwsgierig bent, al vonden we niet altijd sluitende antwoorden.
OVERZICHT
Hierna volgen alleen de proloog en hoofdstuk 2; de andere hoofdstukken zijn in pdf te verkrijgen via democritus.minor@gmail.com
PROLOOG
op de Lofzang der Soberheid van Leonardus Lessius
Maer of ick eensaem ben of midden in de gasten,
Geen spijs sal my de maegh, geen drincken overlasten,
Al ga ick niet te werck gelijck Cornarus raet,
Ick blyve lijckewel ontrent de middel-maet.
In dit gedicht uit 1657 laat Jacob Cats uitschijnen dat zijn destijds zeer respectabele leeftijd van tachtig jaar ondermeer te wijten is aan matigheid in eten en drinken.[i] Die wijsheid had hij geleerd in het boek De Schat der gesontheyt (1636) van de Dordrechtse arts Johan van Beverwijck dat hij met verzen had ‘versierd’. Deze verwees op zijn beurt naar het werk van de Venetiaanse edelman Cornaro (‘Cornarus’) en de Leuvense jezuïet Lessius die een sober dieet propageerden om lang en gezond te leven. Maar Cats is eerlijk genoeg toe te geven dat hij niet zo strikt wil zijn als de Italiaan en Vlaming hadden aanbevolen, al verdedigt hij het belang van soberheid voor het ‘bewaren der gesontheyt’:
Door vasten, stil te zijn, en door gerust te leven
Wort dickmael sonder meer een koortse wech-gedreven.
Weest matigh, dertel volck! ghy kont, oock sonder kost,
Van pijn, van ongemack, van sieckten zijn verlost.
We weten niet of velen het stichtende voorbeeld van Vader Cats gevolgd hebben. In elk geval herkennen we in zijn poëtische aanmaning de echo van volgende lofzang: “Want de soberheid verjaagt de ziekten, maakt het lichaam lenig, gezond, zuiver, vrij van reuk en vuil; zij verlengt het leven, verschaft een rustige en zachte slaap, maakt de gewoonste spijzen zoet en lekker; zij onderhoudt de gaafheid van de zintuigen en de kracht van het geheugen; zij schenkt de geest doorzicht, helderheid en geschiktheid om de goddelijke ingevingen te ontvangen; zij bedaart de driften, verdrijft boosheid en droefheid, en breekt de aandrang van de begeerte. Kortom, zij overlaadt lichaam en ziel met de hoogste goederen, zodat de soberheid terecht mag gelden als de moeder van de gezondheid, de vrolijkheid, de wijsheid en van alle deugden.” Dit is een uittreksel uit onze Nederlandse vertaling van het in 1613 verschenen boek Hygiasticon van Leonardus Lessius.
Wie is die man? In Vlaanderen raakte zijn naam vooral verbonden aan de Lessius Hogeschool die inmiddels door een fusie is omgedoopt tot Hogeschool Thomas More. Misschien kunnen we die naamsverandering kenmerkend noemen voor de jammerlijke vaststelling dat de eens zo invloedrijke – maar ook controversiële – theoloog en moralist inmiddels grotendeels vergeten is. Dat een hogeschool naar hem werd genoemd kwam door zijn boek ‘Over rechtvaardigheid en recht’ (De justitia et jure, 1605), een pionierswerk over economische ethiek met vooruitstrevende bedenkingen over de geldhandel en het bankierswezen. Zo verwierf hij nog een tijd bekendheid terwijl zijn omvangrijk moraaltheologisch oeuvre stof vergaart in de archieven en bibliotheken. Anderzijds werd Lessius tot in de 19e eeuw nog vaak geciteerd als auteur van een boek over gezondheidsleer, de Hygiasticon (1613), dat zijn meest verspreid en vertaald werk werd. Hij was geïnspireerd door de ‘Verhandeling over het sobere leven’ (Trattato de la vita sobria, 1558) van Alvise Cornaro. Deze beweerde zijn ernstige kwalen (ten gevolge van veertig jaar ongebreideld leven) overwonnen te hebben om vervolgens de leeftijd van ‘bijna 100 jaar’ te bereiken door een sober leven met vooral een streng dieet. Lessius vertaalde dit werk in het Latijn en voegde er zijn versie aan toe. Een resem gezondheidsproblemen had hem ertoe aangezet zich te verdiepen in de geneeskunde en geprikkeld door het voorbeeld van Cornaro beschreef hij zijn eigen strikt sobere levenswijze: Gezondheidsleer of de juiste methode om gezond te blijven en een hoge leeftijd te bereiken zonder verlies van zinnen, helderheid en geheugen.
In de hier volgende bijdragen belichten we de persoon en het werk van Lessius als kader voor onze editie van Lof der soberheid, waarvan we ook de betekenis bespreken in zijn historische context. We hebben geen moralistische of cultuurkritische bedoelingen al kunnen sommigen hier een oproep herkennen tot soberheid als levenskunst in de hedendaagse consumptie- en genotscultuur.[ii] Ons doel is bescheidener: een stukje vergeten geschiedenis in de kijker zetten en daarmee Lessius een verdiende plaats geven in de galerij van markante Vlaamse figuren.[iii]
[i] Uit: ‘Tachtigh-jarigh leven, en huys-houdingh, of kort begrijp van het buyten-leven op Sorgh-vliet’ in Alle de Wercken, so ouden als nieuwen (Amsterdam: Jan Jacobsz Schipper, 1657). In een noot bij de tekst licht Cats toe: “Ludovicus Cornarus, een Venetiaens Edelman, seyt van niet meer op een maeltijt als 12 oncen spijse en 24 oncen dranck te gebruycken, om in goede gesontheyt te blijven. Siet hier op D. Leonard Lessius, die het selve werck over-geset en uyt-gegeven heeft.” Cats benadrukt ook in verzen ‘Dat het schrijven van de bewaringe der gesontheyt dienstigh en noodigh is’. Het thema komt verder aan bod in het derde deel ‘Bedenckingen van spijse en dranck’ en het vierde deel ‘Waer in verhandelt wert, hoe en op wat maniere de verhaelde middelen in elck gedeelte des ouderdoms tot de gesontheyt moeten worden gebruyckt’.
[ii] Zie o.a. Marcel Becker &Theo Wobbes (red.), Soberheid als ideaal en als noodzaak (Annalen van het Thijmgenootschap; Nijmegen: Valkhof Pers, 2013); Luk Bouckaert, ‘Soberheid als levenskunst’ in Mensen Onderweg, 2003; 105(6): 28-32.
[iii] We willen hier enkele mensen in het bijzonder bedanken omdat ze op een of andere wijze geholpen hebben bij dit werk: Kim Decombes (Kempisch Museum Brecht), Hervé Baudry (Lissabon), Toon Van Houdt (KULeuven), Hendrik Van Moorter (Holsbeek), Ron van Deth (Zoeterwoude), Frans Gilson (Vézelay), Staf Thomas (Tienen) en het personeel van diverse bibliotheken (met name De Biekorf en Grootseminarie in Brugge en Ruusbroecgenootschap in Antwerpen).