Democritus minor
‘De zeventiende-eeuwse Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden telde – zeker in internationaal perspectief – relatief weinig analfabeten. Een meerderheid van de bevolking kon vermoedelijk lezen. En dat was maar goed ook, want wie dat niet kon, miste een heleboel. Er was namelijk in de Republiek een buitengewoon levendige cultuur van opschriften, spotversjes, reclameteksten, graffiti en aangeplakte volksrijmpjes. Overal waar mensen kwamen viel wel wat te lezen – en vaak ook te lachen. Het is de verdienste van Hieronymus Sweerts dat we een deel van die cultuur bewaard hebben.’[1] Deze inleiding schetst de achtergrond van de verzameling Koddige en ernstige opschriften die op het einde van de Gouden Eeuw, tussen 1682 en 1690, gepubliceerd werd.[2] Het betreft ruim 2500 versjes ‘straatpoëzie’: ‘Gegraveerd op glazen, geschilderd op uithangborden, deuren, muren, schuttingen en – niet te vergeten – op en in WC’s die destijds veelal met de benaming “sekreten” werden aangeduid, was het een soort poëtische lawine die zich over Nederland uitstortte.’[3] De Amsterdamse drukker, uitgever en dichter Hieronymus Sweerts (1629-1696), alias Jeroen Jeroense, verzamelde ze tijdens zijn vele wandelingen. Dokters hadden hem dit aangeraden als verpozing van allerlei beslommeringen. Maar dit verhaal zou verzonnen zijn in de 18de eeuw ‘toen velen zich ergerden aan al 't vuile en onhebbelijke, dat in die verzameling voorkomt, en vroegen, hoe zulk een geestig en smaakvol man, als Jeroen zich in zijne gedichten betoont, daar liefhebberij in heeft kunnen vinden. 't Heeft toch altijd voor een goede verschoning gegolden, als men zei, dat iemand het voor zijne gezondheid heeft moeten doen.’[4] Voor welke reden dan ook bijeengebracht, de collectie van Sweerts is een fascinerende bron voor de kennis van het straatleven en de volkscultuur van de 17de eeuw. Volgens de schrijver zijn ze allereerst bedoeld ‘om uw geest wat te vermaken’ en om ze te lezen ‘met zo vrolijke zin en hart’ als ze door hem zijn opgeschreven. Met hetzelfde doel hebben we hier een kleine selectie gemaakt, wat thematisch geordend, licht aangepast en in modern Nederlands gezet.
[1] Johan M. Koppenol, 'Humor van de straat. De “Koddige en ernstige opschriften” van Hieronymus Sweerts' in Ton van Strien & Roel Zemel (red.), Daer omme lachen die liede. Opstellen over humor in literatuur en taal voor Fred de Bree (Amsterdam: Stichting Neerlandistiek VU, 2005, p 131).
[2] Zie bibliografie in de bijlage 'koddige opschriften'.
[3] Sam Waagenaar, Holland op z'n malst: koddige en ernstige opschriften op luiffels, wagens, glazen, borden, graven, en elders (Delft: Elmar, 1978 p 11).
[4] Jan ter Gouw, De Oude tijd (Haarlem: Kruseman & Tjeenk Willink, 1874; volume 6 p 151).
Koddige opschriften