Democritus minor
Jules & Cisse
Graetselboexken
Sprankelende elegantie
Vliegende theepot
Plantaardige force
Ongewone bibliofielen
De lengte van Christus
De Gentse kunstenaar Jules De Bruycker (1870-1945) werd vooral bekend door zijn briljante etsen. Des te meer was ik verrast zijn aquarellen te ontdekken waaronder deze 'Groentenmarkt in Brugge' (1911). Zou hij zichzelf rechtsonder wat karikaturaal neergezet hebben? Maar zijn zelfportretten lijken geenszins op de schilder met strohoed en pijp. Wellicht is het zijn bevriende collega Georges Van de Walle, ‘Cies de Kalle’ (1861-1923) die hij enkele malen portretteerde, zoals het voorbeeld hiernaast (1906).
Op een veiling kocht ik dit eigenaardige boekje met, in sierlijk handschrift, een hele reeks ‘graetsels’ (raadseltjes met oplossing), grafschriften, puntdichten, zinspreuken en ‘zeeden-leeringhen’. Merkwaardig zijn de spotdichten op de Mechelaars die de maan gingen blussen en een berg wilden opblazen!
Lees het allemaal in 'Graetselboexken'
In 1952 lanceerde Taittinger zijn ‘Comtes de Champagne’, een prestigieuze cuvée die alleen geproduceerd wordt in uitzonderlijke oogstjaren en minimaal 12 jaar rijpt in de kelders. Zo’n exclusieve grand cru mocht alleen maar opborrelen in een elegante champagnefluit en moest de glamour van Hollywood uitstralen zoals in deze affiche die geïnspireerd werd door de figuur van Grace Kelly kort voor deze Amerikaanse actrice huwde met prins Reinier van Monaco.
De Engelse caricaturist Michael Egerton publiceerde in 1825 een komische reis door de Zuidelijke Nederlanden: met een stomende theeketel als jetpack steekt de reiziger het Kanaal over en bezoekt eerst Oostende, neemt de trekschuit naar Gent, vervolgt zijn tocht naar Laken, observeert boeren in de omgeving van Brussel om zijn reis af te sluiten met een bezoek aan het slagveld van Waterloo.
Here and there over the water: being cullings in a trip to the Netherlands (London, G. Hunt, 1825).
De Gentse kunstschilder Ernest Wante (1872-1960) was vooral bekend voor zijn religieuze fresco's en composities, maar tussendoor verdiende hij wat bij met affiches zoals deze reclame voor de bouillon van Force (lithografie O. de Ricker Mendel, Brussel, circa 1920): “De mensch moet zich bovenal met plantaardige spijzen voeden. De sterkste dieren, het paard, de stier, de buffel, de olifant enz. trekken hunne krachten uit het plantenrijk”!
Narcisse Rabier schilderde deze 'Amateurs de Vieux Bouquins' (1909). Over deze ongewone boekenliefhebbers lees je meer in ‘Boeken vreten’.
Volgens Harold James Cue (1887-1961) zijn ook vrouwen 'Fond of Books', maar dat zou toch een bijzondere soort zijn: ‘Vrouwelijke bibliofilie’.
In de katholieke volksdevotie kwamen gedichten of gebeden voor in de vorm van een lange rol papier of linnen volgens de zogenaamde ‘lengte van Christus’. Opgerold werd het op zak gedragen als bescherming tegen alle ‘zichtbare en onzichtbare vijanden’ of thuis opgehangen om de woning en bewoners te behoeden voor alle onheil. Deze ingekaderde versie (alleen begin- en eindstuk worden getoond) uit 1766 is 1m58 lang, maar er bestaan ook exemplaren van 1m72!